vrijdag 4 oktober 2013


Samenvatting


In deel 2 beschrijft Theo Kars hoe hij gearresteerd wordt voor zijn aandeel in de postfraudes, hoe tijdens zijn voorarrest zijn levensopvattingen op de proef worden gesteld, en hoe hij van zijn gevangeniscel een monnikencel maakt. Dan volgt het verslag van zijn uiteenlopende belevenissen in de jaren waarin hij er ondanks alle weerstand (`de paria van het literaire dorp , `een piraat die voer onder een door niemand erkende vlag ) er ondanks alle weerstand in slaagde van zijn pen te bestaan.

Tussendoor lezen we over het ongewone leven dat hij leidde in Amsterdam en op Ibiza met twee meisjes, en over zijn vergeefse strijd tegen de schizofrenie van een van hen. Na de ontbinding van deze menage à trois probeert hij de schade te herstellen die hij heeft opgelopen, en zet zich ervoor in opnieuw, en ditmaal blijvend, de financiële vrijheid te verwerven die onmisbaar is voor het soort leven dat hij voor ogen heeft. Hij maakt daarbij gebruik van alle geoorloofde en wederrechtelijke middelen die hem ten dienste staan.

`Ik heb altijd een voorliefde gehad voor personen over wie iedereen schande sprak, voor spelers en overspeligen, voor schrijvers als Casanova en Multatuli, en tegelijkertijd een antipathie gevoeld voor hele en halve heiligen als moeder Teresa, majoor Bosshardt en de Dalai Lama, het soort figuren dat door iedereen wordt geroemd om hun belangeloosheid en idealisme. Wel, dat bewijst dat ik niet deug.

Recensie(s)



In dit tweede deel van zijn memoires vertelt de schrijver Theo Kars (1940) uitgebreid over zijn arrestatie en gevangenschap als gevolg van een oplichtingszaak, waarmee hij het literaire tijdschrift Tegenstroom financierde. Kars is een hedonist die op rationele wijze overal zijn kansen beproeft. Die houding levert hem vele seksuele contacten op, maar zorgt ook voor problemen, met name met uitgevers. Kars geeft prachtige beschrijvingen van uitgevers als Martin Ros, Johan Polak, Theo Sontrop en Peter Loeb. Vaak doen Kars' verhalen denken aan Cananova's dagboeken (door hem ook prachtig vertaald), met name door de gewoonte om zichzelf in elke situatie te observeren en te becommentariëren. In zijn nawoord kondigt hij aan in een derde deel te onthullen welke criminaliteit hij nog meer heeft begaan om in zijn levensonderhoud te voorzien, nadat hij met slaappillen zelfmoord zal hebben gepleegd. Hans Renders



 

Geen opmerkingen: